De musea in Florence huizen zeker een van de grootste collecties van Italiaanse kunst door de eeuwen, waarvan maar een klein deel voor het publiek zichtbaar is. Naar het Uffizi gaan we om Botticelli te bewonderen en we gaan naar de Galleria Accademia voornamelijk omdat we Michelangelo´s David gezien moeten hebben, al was het maar eens in je leven.
Boek je hotel nu en betaal later in Florence op Booking.com
Bespaar NU minstens 15% als je boekt vóór 31 maart 2023. op Booking.com!
Net als grote massa´s andere toeristen die Florence bezoeken, dacht ik ook het origineel gezien te hebben op het Piazza della Signoria toen ik de eerste keer Florence bezocht. Ik was toen al erg onder de indruk van het mooie L-vormige plein waar ook beelden staan van Benvenuto Cellini, Giambologna, Fancelli and Vacca. Het beeld van koning David was oorspronkelijk in opdracht gegeven aan twee andere beeldhouwers, Agostino di Duccio and Antonio Rossellino, in 1464 en 1475, die er, zouden we nu zeggen, niet veel van brouwden. In 1501 mocht Michelangelo er zijn energie in steken en hij werkte er aan tot 1504. Het was kennelijk geen eenvoudige klus.

Michelangelo´s renaissance begint met David in Florence
Het beeld was bedoeld om op een voetstuk in de Duomo geplaatst te worden, maar gezien de omvang werd ervoor gekozen om het op het Piazza della Signoria te plaatsen, waaromheen veel van Florence´s notabelen woonden in die tijd. Regen, wind en zonneschijn deden het beeld geen goed en drie eeuwen later besloot men om het origineel dan maar in de galerij van de kunstacademie van Florence, de Galleria Accademia te zetten en een replica te maken voor het plein. Er is nog een replica, in brons dat op het Piazza Michelangelo te vinden is, maar dat weten maar weinige toeristen. De David van Michelangelo is een voorbeeld van wat de Renaissance betekende, de werkelijkheid in beeld. Het beeld zou het symbool worden van Florence, een stad die in de 15de en 16de eeuw tot grote bloei kwam en weerstand bood tegen haar machtige tegenstanders.

Maar om op het Uffizi terug te komen, de eerste directeur van niet-Italiaanse komaf, Eike Schmidt (hij is getrouwd met een Italiaanse, telde dat misschien mee?), ontwikkelde een plan om andere, kleinere en minder belangrijke musea in Italië mee te laten delen in de enorme voorraad die hij in de kelders had staan. Er waren enkele voorwaarden: het kunstobject moest ´reisvaardig´ zijn en de omstandigheden ter plaatse moesten voldoen. Hij koos er vooral voor om objecten met plaatsen te verbinden, terug te brengen naar de plek waar het oorspronkelijk thuishoorde. Overigens wordt dit idee nu ook door andere grote musea in Italië gevolgd, heb ik me laten vertellen.
De toxische sociale verhoudingen uit verleden confronteren, zegt directeur Uffizi museum in Florence
Eike Schmidt haalde vorige maand ook al de media met de uitspraak dat de belangrijke kunstenaar Bernini uit de 17de eeuw, niet zo´n lieverdje was, en dat we bereid moeten zijn om niet maar alles wat grote kunstenaars voorstaan onder het karpet te schuiven. Hij noemde het zelfs ´toxic´ in een interview met de Guardian: “Het is juist nu van cruciaal belang dat musea een rol spelen bij het belichten van de problemen van vandaag en de "giftige sociale verhoudingen" uit het verleden te confronteren in plaats van alleen maar de kunstenaars ervan te verheerlijken.” Als voorbeeld noemde hij, ter gelegenheid van de internationale dag tegen geweld tegen vrouwen (25 november) het beroemde beeld van Constanza Bonarelli, gemaakt in de tijd dat ze de geliefde was van Bernini: haar haar een beetje in de war, loszittende knoopjes van een doorzichtig gewaad, duidelijk een beeld voor eigen gebruik van de kunstenaar. Een jaar later geeft hij, in een jaloerse opwelling, opdracht aan een knecht om haar gezicht met een mes te bewerken. Bernini gaat vrijuit, de vrouw verdwijnt voorgoed achter de muren van een klooster. Een tijdsbeeld dat toen heel gebruikelijk was.

Maar er zijn meer belangrijke veranderingen in het beleid van het Uffizi in Florence, zo heeft hij al enkele malen vrouwelijke kunstenaars uit vroeger eeuwen in het voetlicht gezet. We kennen ze niet en denken daarom dat ze er niet waren, maar niets is minder waar. Ze zaten niet allemaal met een borduurseltje achter de ramen zoals kostuumdrama´s ons willen doen geloven. In de 19de en 20ste eeuw werd het bon ton om vrouwen als breekbaar af te schilderen of als arme sloebers die hun kroost in leven moesten zien te houden. Vrouwelijke kunstenaars waren er wel degelijk en volgens Schmidt werden ze zeker gewaardeerd in hun eigen tijd (voor de 19de eeuw). De volgende keer dat je het Uffizi bezoekt kan ik je aanraden om eens te zoeken naar vrouwelijke kunstenaars uit het verleden die een meer prominente plaats hebben gekregen sinds Eike Schmidt de leiding kreeg.

Opnieuw geopend in 2022: Corridoio Vasariano
Ten slotte nog een tip en misschien een extra reden om Florence dit jaar te bezoeken, de Corridoio Vasariano, wordt weer opengesteld voor publiek. De Vasari Corridor, werd in 1565 in opdracht van Cosimo de' Medici gebouwd ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon Francesco I met Joanna van Oostenrijk. De architect Giorgio Vasari had slechts 5 maanden de tijd om het ongelooflijke project te voltooien dat het Palazzo Pitti, de residentie van de Medici familie te verbinden met het Palazzo Vecchio, het regeringsgebouw zodat de Medici-familie zich ongezien van het ene naar het andere gebouw konden begeven.

De Corridor is een overdekte gang van bijna een kilometer lang, die begint aan de westzijde van de Uffizi en loopt naar de rivier de Arno om vervolgens boven de juwelierszaken op de Ponte Vecchio de rivier over te steken. Vasari Corridor eindigt in de Boboli-tuinen van Palazzo Pitti. De gang bevatte oorspronkelijk meer dan 1000 schilderijen uit de 17e en 18e eeuw, het centrale gedeelte van de Corridor, het stuk boven de Ponte Vecchio loopt, biedt een uniek uitzicht over de stad. “Het wordt een democratisch toegankelijke wandeling die uitkijkt over het hart van Florence”, aldus directeur Eike Schmidt, “die vanaf 2022 jaarlijks door zo'n 500.000 mensen kan worden bezocht".
