5 of 5 (27 Votes)
Pale San Martino
Pale San Martino

“..zo angstaanjagend dat het lijkt alsof de hele massa rotsblokken van het ene moment op het andere naar beneden zou kunnen komen. Ik denk dat er geen eenzamer, geen woester en geen meer imponerend landschap te vinden is dan dit aan deze zijde van de Andes”.

Zo beschreef de beroepsreizigster en schrijfster Amelia Edwards in 1872 haar tocht in het Pale di San Martino gebergte in haar boek ´Nooit beklommen bergen en weinig bezochte valleien´. De Britten waren de eerste alpinisten die naar deze bergketen kwamen die toen bekend stond als de Dolomiti di Primiero en ook wel de Gruppo delle Pale genoemd werd.

Net een piramide

In het jaar 1864 bedwongen enkele Engelsen, waaronder John Ball, de Cimon della Pala, een top die dominant boven de Passo Rolle uitsteekt, de ´Matterhorn van de Dolomieten´. Ze raakten er niet over uit hoe het mogelijk was om te overleven in zo´n onherbergzame streek met ontoegankelijke rotswanden slechts verbonden door moeilijke begaanbare herderspaden. Edwards vergeleek de Cimon altijd met het graf van een pharao, vanwege de piramide-achtige vorm. Tot 1872 werd gemeend dat deze bergtop met 3184 meter de hoogste was van de groep, maar het bleek na een beklimming dat de Vezzana net een paar meter hoger was met 3192 meter.

Pala (spade), niet Palle (ballen)

De naam Pala, wat letterlijk schop of spade betekent, is ontleend aan de term die werd gebruikt om de oevers en de weiden aan de voet van de bergketen aan te duiden en in het verlengde hiervan gebruikt voor de hele groep bergen. De vroegste alpinisten in de streek waren voor het merendeel Brits en nadat ze de eerste beklimmingen achter de rug hadden en enkele pistes hadden geopend, gebruikten zij meestal de naam Dolomiti di Premiero in hun beschrijvingen van de bergketen, soms spraken zij ook wel over de Gruppo delle Pale (maar zij spraken het Italiaanse woord vaak verkeerd uit als Palle, wat niet erg netjes ´ballen´ betekent).
Pas in latere tijd, toen de bergsport meer populariteit kreeg en nieuwe toegangswegen naar San Martino di Castrozza werden aangelegd kreeg het gebied meer bekendheid in de wereld van het alpinisme, maar nu met de naam Pale di San Martino.

Het Pale di San Martino massief


Altijd weer de Britten

De eerste bezoekers en alpinisten die hier kwamen waren Engelsen: Josiah Gilbert en George Cheethmann Churchill, die, in 1862 nieuwsgierig gemaakt door afbeeldingen van de natuur en het berglandschap van het Primiero gebied, informatie verzamelden die zij opnamen in hun gids ´The Dolomites Mountains´, uitgegeven in 1864. Ook in 1864 arriveerde een groep Engelsen in de Cismon vallei: een van hen was John Ball, die de Cimon della Pella later definieerde als de Matterhorn van de Dolomieten, samen met Douglas William Freshfield die de hoge pas van de bergketen bereikten en waar een andere groep Britten zich bij hen aansloot om de Passo Canali (2497 m) van de Primiero da Agordo over te gaan en om daarna door te trekken naar San Martino.

Amelia Edwards en Santo SiorpaesHet landschap van hoge bergen en valleien rondom de Pale wordt beschreven door Amelia Edwards in haar boek ´Untrodden peaks and unfrequented valleys´ uit 1872. Edwards beschrijft haar verbazing over de ontwikkeling van sommige plaatsen (Fiera di Premiero, Agordo en Predazzo b.v.), die welvarend waren en kunstschatten bezaten tussen dan weer straatarme dorpen, terwijl de gehele streek nagenoeg onbereikbaar was behalve via moeilijk begaanbare herderspaden die de dorpen onderling verbonden. Aan de voet van de Cimone aangekomen maakte ze de vergelijking met een ´farao tombe, vanwege de piramide vormige punt van de top´.

De hoogste toppen bedwongen

Op 3 juni 1870 bereikten een drietal Alpinisten, de Engelsman E.R. Whitwell, Santo Siorpas (uit Cortina d´Ampezzo) en Christian Lauener (een Zwitser uit Lauterbrunnen) als eersten de top van de Cimon della Pala (3184 m) door de Travignolo gletsjer aan de noordwand van de berg over te steken. Doordat ze de piek van deze kant benaderden maakten ze een foute inschatting over de hoogte van de Cimon, die in dat perspectief de hoogste top leek van de keten.
Twee jaar later beklommen Freshfield en Charles C. Tucker een andere bergtop van de groep, die hoger nog iets bleek te zijn, hoewel het maar een paar meter scheelde, de Vezzana (3192 m.).

Op 23 juni van het jaar 1878 bereikten Alfredo Pallavicini, Julius Meurer, Santo Siorpaes, Angelo Dimai en de uit de vallei afkomstige Michele Bettega (een van de eerste leden van de plaatselijke alpinisten vereniging Aquile di San Martino, die nog bestaat) de technisch moeilijkste top van de keten, de grandioze piek van de Pala di San Martino (2982 m).

Over dit artikel

San Martino di Castrozza
Via Passo Rolle 165
38054
San Martino Di Castrozza
Trento
Land: Italië