Mag ik u voorstellen aan Antonio Iovine, beter bekend als ‘O Ninno, het jochie (vanwege zijn jeugdige uiterlijk). Iovine was meer dan tien jaar clanhoofd van een tak van de Napolitaanse maffia die zijn hoofdkwartier heeft in het stadje Casal di Principe.

Casal di Principe
De naam alleen al boezemt vrees in. Samen met andere steden en dorpen vormt deze plaats in de provincie Caserta de thuisbasis van een van de wreedste misdaadorganisaties van Italië. In en om Napels heet de maffia Camorra, maar rond Casal di Principe heeft men het over de “Clan van de Casalesi.” De clan waartoe ook Iovine, Zagaria en Schiavone behoorden. Een groepering die niet terugdeinst voor moord en brandstichting en zich verrijkt met drugshandel, prostitutie, gokmachines, afpersing en het illegaal dumpen van huisvuil of industrieel afval. In Casal di Principe is de wil van de clan wet. De staat bestaat niet. Wie er heengaat, wordt voortdurend in de gaten gehouden en gesommeerd om maar snel te vertrekken. Vreemdelingen zijn niet gewenst.Gomorra

Hoe is het mogelijk dat een al 14 jaar voortvluchtige crimineel niet eerder is opgepakt? Vermoedelijk omdat Iovine op hoog niveau bescherming genoot of steeds getipt werd wanneer er een arrestatie op handen was.
De Clan van Casalesi
In 2010 kwam daar dus een einde aan. En nu, na enige jaren nadenken in zijn cel, heeft ‘O Ninno een buitengewoon belangrijk besluit genomen. Hij is gaan praten. Hij is spijtoptant geworden en werkt samen met justitie. Voor het OM is het een godsgeschenk. Eindelijk komen ze van binnenuit te weten hoe de Clan van de Casalesi opereert. Welke zakenlieden en ondernemers met de maffiosi in zee gaan en, allerbelangrijkst, welke lokale en nationale politici door hen betaald worden of zelfs in het parlement zijn gezet. De Italiaanse politiek en zakenwereld houden hun adem in.De vuilniscrisis van Napels
