5 of 5 (27 Votes)
Last Tango in Paris
Last Tango in Paris

Wie in Italië naar de bioscoop ging of op TV een film zag, zal misschien nooit hebben opgemerkt dat versie die je hier zag enigszins ´geschoond´ werd geleverd. Sinds deze maand is eindelijk de wet geschorst die censuur op films voorschreef.


De meest bekende voorbeelden zijn de in de jaren 70 gemaakte film ´Last Tango in Paris´ van Bernardo Bertolucci en Pier Paolo Pasolini’s ´Salò´ uit 1975. De wet was 108 jaar oud en hield een strikte censuur in op zedelijke en religieuze gronden. “Tango” werd al verboden voordat de film was uitgebracht, en alle kopieën werden vernietigd, behalve drie banden, waarmee bewezen moest kunnen worden dat de film onzedelijk was. In de meeste andere films werd kortweg gesneden.

Hoewel er tegenwoordig niet meer in films wordt geknipt, is het schrappen van de wet vooral een symbolisch gebaar om aan te geven dat het volk volwassen genoeg is geworden om eigen regels na te leven.

Volgens een onderzoek van Cinecensura zijn 274 Italiaanse, 130 Amerikaanse en 321 films uit andere landen in Italië verboden sinds 1944 en meer dan 10.000 werden gedwongen scènes te knippen.

Pasolini's controversiële film "Salò" uit 1975, waarin de 18e-eeuwse roman van Markies de Sade over foltering en vernedering werd getransponeerd naar het fascistische Italië van 1944, heeft in Italië korte tijd gedraaid voordat hij in januari 1976 werd verboden.

Het laatste grote geval van Italiaanse censuur vond plaats in 1998 met de groteske komedie "Totò die twee keer leefde" van het Siciliaanse duo Daniele Ciprì en Franco Maresco, die de woede van de katholieken wekte vanwege de zoöfilie, verkrachting, sodomie en verwijzingen naar religie. Deze met overheidsgeld gefinancierde film, die enkele dagen nadat hij was uitgebracht werd verboden, leidde al gauw tot een heftig debat, dat uiteindelijk leidde tot het decreet dat de filmkeuring in Italië definitief heeft afgeschaft.

Over dit artikel