5 of 5 (27 Votes)

Deze woorden gebruiken de inwoners van regio Piemonte voor Barolo, de wijn die hen het meest aan het hart ligt. Helaas was tot voor kort Barolo vooral een stroeve en schrale wijn. Maar er is veel veranderd in Piemonte. Barolo is drinkbaar geworden, met behoud van koninklijke allure. 1997 was het eerste jaar waarin de nieuwe Barolo zich manifesteerde en deze ontwikkeling zet door.

Zoete Barolo?

De antwoorden op deze vragen liggen besloten in de geschiedenis van wijngebied Barolo en het speciale karakter van de nebbiolo, het druivenras waar de wijn uit gemaakt wordt. Het 'Wijn der koningen' is in ieder geval niet uit de lucht gegrepen, want al vanaf de 18e eeuw mocht Barolo zich verheugen in de bijzondere belangstelling van het Piemontese vorstenhuis. Toen nog een merkwaardige wijn, want zowel rood, zoet als mousserend, werd Barolo in hofkringen veel gedronken. Medio 19e eeuw kwam Camille Benso, graaf van Cavour en rechterhand des konings, op het idee de Barolostijl drastisch te veranderen. Francofiel als hij was, wenste hij zich een wijn naar het model van de grote Bordeaux: zonder mousse of restsuiker, intens van smaak en lang houdbaar. Daartoe nam hij de Franse enoloog Louis Oudart in de arm, die zorgvuldige vinificatie, lange maceratie en houtlagering introduceerde, waarmee de basis gelegd werd voor de Barolo zoals we die nu kennen.

Spot niet met deze trots der Italiaanse natie

Met Oudart's ingrepen kwam echter ook een karaktertrek van de nebbiolo naar boven die bij het zoete hofslobbertje van daarvoor minder was opgevallen: niet geheel rijpe nebbiolo geeft een dunne smaak en harde tannines. En zelfs op de prachtige, vol op de zon liggende hellingen van de Barolostreek wordt nebbiolo maar heel zelden echt rijp. Maar wie durfde daar iets van te zeggen, gegeven de status van hofwijn en trots der Piemontese natie die Barolo zich inmiddels had verworven? 'Gewoon nog wat langer bewaren', was het standaardadvies aan diegene die het waagde de ondrinkbaarheid van de wijn aan de orde te stellen. Helaas bleken aroma en smaak van de wijn meestal overleden tegen de tijd dat de tannines genietbaar werden.

De cultwijnen van Gaja

De eerste het dit probleem onderkende was wijnmaker Angelo Gaja, uit het naburige Barbaresco. Hier is de bodem zanderiger dan in Barolo, waar de klei domineert. Barbaresco is daardoor meestal wat lichter dan Barolo, hetgeen de gemiddeld lagere reputatie van de eerstgenoemde verklaart. Maar beide wijnen worden voor 100% uit nebbiolo gemaakt, dus de problemen die dit ras oplevert kent men in beide gebieden. In tegenstelling tot zijn streekgenoten reisde Gaja veel, vooral in Frankrijk, en daar maakte hij kennis met moderne wijngaard- en keldertechnieken. Terug op zijn eigen bedrijf legde hij zich niet langer neer bij de gangbare tradities en veroorzaakte hij, vanaf begin zestiger jaren, een omwenteling in kelder zowel als wijngaard. Met het bekende resultaat: Gaja's Barbaresco's groeiden uit tot internationale cultwijnen en Angelo zelf bereikte de sterrenstatus.

Barrique of geen barrique? Moet ik dat weten?

Je zou verwachten dat de andere bedrijven uit Barolo en Barbaresco de door Gaja opgedane ervaringen tot voorbeeld zouden nemen. Gek genoeg gold dit, met uitzondering van een paar uitzonderlijke producenten als Altare, Sandrone en Scavino, in eerste instantie alleen de keldertechnieken. Ingrepen als het verkorten van de maceratietijd, temperatuurgecontroleerde vergisting en gebruik van barriques voor de opvoeding van de wijn vonden vanaf de tachtiger jaren van de vorige eeuw ingang. Dit zorgde voor veel ophef tussen 'tradizionalisti' en 'modernisti', waarbij vooral het barriquegebruik de gemoederen bezig hield. De modernisten wonnen de slag, met een toegankelijker Barolotype als resultaat. Maar het basisprobleem, de onrijpe nebbiolo, werd niet of nauwelijks aangepakt, dus de wijn bleef gemiddeld genomen schraal en stroef. Hoe was dit mogelijk?

Druiven opofferen

Frederico Curtaz, van 1983 tot 1997 hoofd wijngaardbeheer bij Gaja en tegenwoordig onafhankelijk adviseur bij verschillende Barolobedrijven, probeert het uit te leggen: 'Kijk, bij Gaja wisten we op een gegeven moment dat alles draait om de schilrijping. Nebbiolo geeft alleen een volle smaak en zachte tannines bij door en door rijpe schillen. Zelfs in de goede jaren bereik je dat alleen door drastisch kwantiteit voor kwaliteit te verruilen. In concreto betekent dat: minder bemesten, korter snoeien, klonale selectie, meer stokken per hectare en, last but not least, groene oogst. In matige jaren moet 60%, soms zelfs meer, van de trossen in augustus worden weggeknipt, alleen dan haal je in oktober nebbiolo met de juiste schilrijping binnen. En vooral die groene oogst was bij de andere wijnboeren taboe. Zeker in Barolo begrepen ze niet dat op hun perfect georienteerde hellingen nebbiolo onrijp bleef als er geen druiven werden opgeofferd. Men vond het een schandaal!'

Familieschande

Het verhaal wordt bevestigd door tal van jonge Barolisti. Frederico Grasso, van wijnbedrijf Silvio Grasso uit de omgeving van La Morra, vertelt dat er tot eind tachtiger jaren grote ruzie in de familie was over de groene oogst. 'Het is dat hier in La Morra een grootheid als Elio Altare zich al eerder achter de moderne wijngaardtechnieken had gesteld en bereid was zijn inzichten met anderen te delen. Ik heb daardoor veel van hem kunnen leren en bovendien heeft zijn steun ervoor gezorgd dat ik mijn familie heb kunnen overtuigen.' De vruchten van de veranderingen kon hij, letterlijk, pas vanaf begin negentiger jaren plukken.

Eenzelfde verhaal vertellen andere kwaliteitsbewuste wijnboeren, zoals Marco Parusso en Chiara Boschis. De strijd was hetzelfde, de tijd waarin hij zich afspeelde eveneens. Alleen verkregen zij hun steun niet van oude rot Altare, maar van de wijnmakersclub Langa'In. Deze werd begin negentiger jaren opgericht door Barbaresco-producent Giorgio Rivetti (van La Spinetta), met als doel de kwaliteit van de Piemontese wijnen te verhogen. Parusso: 'Onze wijngaarden liggen vlak langs de weg, iedereen ziet alles, en dan trossen gaan staan wegknippen ... Zonder het voorbeeld van Rivetti en de steun van de club had ik dat nooit kunnen doen.'

Barolo, welk jaar?

Door een opeenvolging van niet al te beste jaren (91 tot en met 95) heeft de wereld even moeten wachten op het resultaat van alle veranderingen in de wijngaarden van Barolo. Het redelijke wijnjaar 1996 vertoonde al de eerste tekenen van verbetering. Maar pas in 1997, met warm en zonnig weer gedurende het hele groeiseizoen, viel alles op zijn plaats. Het is een sensatie om een Baroloproeverij van jaargang '97 mee te maken. Het oude patroon - een dominante meerderheid van niet of nauwelijks drinkbare wijnen met af en toe een uitschieter naar boven - is passa

Over dit artikel

Land: Italië