5 of 5 (27 Votes)

Het volgende maakte ik onlangs mee bij een wijnwinkel te Amsterdam. De winkel bevindt zich in het welvarendste deel van de stad, Ferrari's of Bentleys langs de stoep zijn even gewoon als windmolens in Kinderdijk. Montrachet en Meursault gaan er over de toonbank als broodjes pekelvlees bij Sal Meijer. Tekst: Hein Sas.

Er komt een man binnen. Keurend loopt hij langs de wijnrekken, af en toe een flesje uit het rek nemend voor nadere inspectie. Hier is iemand bezig die al weet wat voor vlees hij in de kuip heeft, maar hij zoekt nog even contact met de goede zaken des levens. Dan komt onze levensgenieter bij het Italiaanse hoekje, achter in de winkel. Zijn blik dwaalt naar boven, en hij verstijft. Hij draait zich om, loopt resoluut hij naar de toonbank en bijt de winkelbeheerder toe: "Er staat daarboven een Soave. Voor vijfentwintig Euro! Dat soort wijn koop ik bij Gall&Gall voor niet meer dan vijf. Belachelijk!" En voordat de verbaasde winkelier iets heeft kunnen uitbrengen beent onze bonvivant de zaak uit.

Nadere inspectie leert dat de man Soave Classico, cru La Rocca van Leonildo Pieropan in het oog had. Inderdaad, een Soave, en een van de lekkerste witte wijnen van Italië. Kan de vergelijking met iedere topwijn op wereldniveau aan. Heel veel wijn voor ‚¬ 25 dus. Hoe komt een wijnliefhebber aan het idee dat je maar een soort Soave hebt, van het type slobbertje dat je voor maximaal vijf Euro uit de winkel sleept?

Helaas hebben de Italianen het daar zelf naar gemaakt. De overgrote meerderheid der Soaves was - en is - weliswaar verfrissende, maar lichte en karakterloze witte wijn. En die Italiaanse wijnmakers die pretendeerden kwalitweitswijn te maken zochten tot voor kort meestal hun toevlucht tot de bekende internationale druivenrassen. Hun erfenis aan autochtone rassen, zoals de Garganega waaruit Soave gemaakt wordt, vrijwel vergetend. Gelukkig is deze trend aan het keren. Een pionier als Pieropan heeft zijn collega's laten zien wat er mogelijk is met Garganega.Eduardo Valentini in de Abruzzen bereikt met Trebbiano grote hoogten, Aldo Cifola (La Monacesca) idem met Verdicchio en Elisabetta Fagiuoli (Montenidoli) met Vernaccia.

Bij de rode wijnen hebben de Italianen hun erfgoed aan autochtone druivenrassen inmiddels wel ontdekt, en de wereld weet ervan. Bij de witte rassen staan we aan de vooravond van eenzelfde revolutie. Navolgers van Pieropan en consorten zijn er nu overal, niet alleen in Soave, maar in alle wijnregio's van Italië. Over niet al te lange tijd zullen wijnliefhebbers weten, en smullen, van witte wijnen gemaakt uit Arneis, Lugana, Falanghina, Fiano, Greco, Cortese, Bombino, Vermentino, Grecanico, Malvasia, Ansonica, Grechetto, Bianchello en nog zo wat soortgenoten.

Maar waarom zou de wereld op Italiaanse witte wijnen zitten te wachten? In de eerste plaats denk ik aan het zich alom verspreidende ABC-gevoel: anything but chardonnay. In de tweede plaats zijn Italiaanse wijnen, en zeker ook de witte, compromisloze eetwijnen. Hun aroma zit daardoor bijna nooit aan de fruitige kant. Minerale, florale en vegetale (groene kruiden!) geuren domineren in de neus. De smaak kan zeer intens en complex zijn, maar nooit zwaar. 'Un buon vino pulisce la bocca' ('Een goede wijn verfrist de mond'), zeggen de bewoners van het land van de laars. En daar houden ze zich aan, of het nu om een slobbertje of een topwijn gaat.

Ter illustratie, en voor de nieuwsgierigen ter nadere kennismaking, een combinatie die ik kort geleden ontdekte. Dat was tijdens een van de avonden over de Italiaanse regionale keukens en bijbehorende wijnen die ik regelmatig samen met Giovanni Carmelitano, goede vriend en dito kok, organiseer. Deze avond ging over keuken en wijnen van Veneto. Een en de wijn (genoemde La Rocca van Pieropan achtten we voor dit gerecht wat te intens) een licht fruitige, minerale, prikkelende San Vincenzo, IGT Veneto Bianco, 2002 van Roberto Anselmi. Onze gasten op de Venetiaanse avond zaten sprakeloos achter bord en glas.

Over dit artikel

Land: Italië