Dit recept voor stoofvlees op z´n Italiaans kent haar origine in Abruzzo, maar laten we eerlijk zijn, het wordt natuurlijk overal op de een of andere manier gemaakt. Vroeger gooiden de huisvrouwen alles wat er nog op voorraad lag in de pan, en als het een taai stuk vlees was marineerden ze het eerst 24 uur in een jonge wijn van het land.
Ook voor dit stoofvlees recept kun je in feite elke stuk vlees gebruiken dat een lange kooktijd nodig heeft, als er geen koe voorhanden was, en dan zal wel vaak zo zijn geweest in de bergen, dan namen ze een stuk wild zwijn of haas, konijn of schapenvlees. Ik heb vandaag een schenkel gebruikt en om Abruzzo de eer te laten heb ik voor de wijn een fles Montepulciano d´Abruzzo gebruikt. Voor een marinade heb je geen dure wijn nodig, dus kies verstandig. Vraag de slager om het vlees in brokken van ongeveer 4 bij 5 cm te hakken.

Je kunt zien dat dit recept uit Abruzzo komt omdat het jeneverbessen gebruikt in de marinade, die groeien daar uitbundig in het wild, zelfs in twee soorten: rood en blauw. Je moet ze zuinig gebruiken, want de smaak kan gaan overheersen. Maar dat is dan ook het enige ingrediënt waarvoor je eventueel even naar de winkel moet, want de rest is huis, tuin en keuken spul wat je eigenlijk altijd op voorraad zult hebben. Om peperkorrels te kneuzen rol ik er even met de deegroller overheen.
Mocht je de saus van de stoofvlees marinade wat bitter vinden, en dat kan, doe er gerust een klein schepje van mijn geheime ingrediënt bij: een schepje suiker, een beetje honing of in andere gevallen wat (appel)stroop.
Je kunt het serveren bij polenta (mijn favoriet), maar aardappelen of rijst is er natuurlijk ook geschikt bij.