Pancotto, Romeinse broodsoep
Pancotto, Romeinse broodsoep
Duur: 40 minuten
Porties: 6
290 Kcal
Niveau: Gemakkelijk
5 of 5 (27 Votes)

Het bakken van brood is een oude traditie in Rome. Brood werd eerst niet van tarwe gemaakt. Drie eeuwen lang aten de soldaten van het republikeinse leger voornamelijk focaccia, zonder gist en gebakken op een open vuur. En zeker niet van kostbare tarwe. Spelt, gierst, haver en zelfs eikels werden gebruikt om brood van te bakken.

Ingrediënten:
  • 250 gram oud brood
  • 300 gram kleine overrijpe tomaatjes
  • 2 tenen knoflook
  • 3 eetlepels olijfolie
  • wat geraspte Parma kaas
  • 1 eetlepel verse marjolein
  • zout en peper naar smaak
Bereiding:
  1. Week het brood in koud water, verkruimel het dan met de hand in grove stukken en doe het in een aardewerken pot of pan met dikke bodem.
  2. Voeg water (of bouillon) toe totdat het brood net onder staat. Snij de tomaatjes in stukken en doe bij het brood in de pan.
  3. Knijp de knoflook fijn en doe ze in de pan samen met een eetlepel olie.
  4. Doe de deksel op de pan en kook langzaam tot de tomaatjes geheel zijn opgenomen. Roer zo af toe.
  5. Doe op het laatst de rozemarijn, de rest van de olie en de kaas in de soep. Dien op met wat extra Parmezaanse kaas.

Brood in de oudheid

Van de Grieken leerden de Romeinen om zacht, wit brood te bakken waarbij gist werd gebruikt om het te laten rijzen. De 'pistores' (Latijn voor bakker) lieten hun fantasie los op dit nieuwe soort brood. De tarwe werd nu geïmporteerd uit Sicilië en Noord Afrika, want het graan wat lokaal groeide was niet geschikt om gerezen brood van te maken.

Afhankelijk van de hoeveelheid zemelen die het brood bevatte kwamen de namen voor brood zoals panis cibarius, secundarius en plebeius. Dan was er brood voor het vee genaamd panis furfureus en panis militaris en nauticus voor het leger en de marine. Brood werd nu ook gemaakt met melk, honing, wijn, olie, kaas, rozijnen en kruiden. Bij oesters werd panis ostrearius geserveerd.

Een Romeinse 'pistor' was een man van aanzien, niet alleen hadden ze imposante villa's ze bouwden ook hun eigen graven zoals b.v. die nu nog te zien is vlak buiten de Porta Maggiore.

Graanmolens op de Tiber

Na de val van het Romeinse rijk bestonden er talloze graanmolens op het land die door ezels werden gedraaid en o.a. watermolens langs de oevers van de Tiber.

Toen de Gothen Rome innamen en alle aquaducten vernielden was dat ook het einde van de watermolens langs de rivier. Het was te danken aan Generaal Belisarius die het ingenieuze idee had om een molen tussen twee schepen te hangen verankerd aan de oevers. Eeuwenlang waren deze hangende molens tussen schepen een vast onderdeel van het Romeinse stadsbeeld. In de 18e eeuw werden de hoeveelheid watermolens een obstakel voor het steeds toenemende verkeer op het water. De bakkers vormden in de middeleeuwen hun gildes, zoals de molenaars dat ook in 1496 deden. Het gewicht van een brood werd vastgelegd in 1481.

Boycotten van molenaars die andere granen toevoegden aan de tarwe was aan de orde van de dag. Bakkers mochten hun brood niet verkopen aan eigenaars van osteria's of aan het leger, die hun eigen bakkers hadden. Op zondag mocht er niet worden gebakken.

Brood was, zoals elders ook in Rome een hoofdonderdeel van het dagelijks dieet en recepten waar brood in werd verwerkt bestaan nog steeds in de Romeinse keuken. Tegenwoordig winnen deze recepten, aangepast aan moderne smaak en ingrediënten, steeds meer aan populariteit.